HERLEZING 1965 - 1969
Het blondje uit het Kurhotel
Klucht - gespeeld in 1965
Auteur: R. Feenstra
Regie: A.N. Hartman
Inzet rechts: Toegangskaart "Het blondje uit het Kurhotel"
"Toneelschrijver R. Feenstra deed toneelvereniging Herleving zaterdagavond in hotel De Prins de eer aan aanwezig te zijn bij de opvoering van zijn kluchtig spel "Het blondje uit het Kurhotel”. Hij verklaarde zeer tevreden te zijn met de opvoering van dit grenssmokkelgeval, dat in feite niets meer is dan het ten tonele voeren van enkele bekende blijspelfiguren, zoals een handige plattelandskastelein uit Noord-Holland, die enkele dagen vakantie doorbrengt in het zuiden van Limburg. Hij logeert daar in een grenshotelletje, waar het hele kluchtgeval zich afspeelt. De eigenares van dit hotel, een struise blonde leidt dit tussenstation voor de
smokkel en zet mede haar vakantiegenietende collega in
vuur en vlam. Verder is er een arts in ruste die op het vangen van vis uit is, een zeer plichtsgetrouwe koddebeier die danig in het ootje wordt genomen, een smokkelaar in lingerie, een pasgetrouwd paartje dat in het hotel de wittebroodsweken doorbrengt, een werkster met een grote mond en een logerende schilderes. Een mengeling van typen en typetjes dat wordt geconfronteerd met de spanning van het smokkelbedrijf, handig geschreven, smeuïg van taal met de dialecten van de streek waar het speelt en van de kastelein met zijn midden-Noordhollands idioom."
Uit recensie van B. Groeneveld (Zie 'Recensies' beneden.)
Zwart-wit foto's voorstelling 'Het blondje uit het Kurhotel' (1965)
PERSONAGE:
Bram Wassenaar; een kastelein
Epi Spaarpot, arts in ruste
Reep, de koddebeier
Simon, de smokkelaar
Jan Hendrik
en zijn Jasperine
Bella, de kasteleines
Gerritje, de werkster
Mevr. Fyn. v. Draet, schilderes
SPELER:
Joop Dirksen
Jac. v.d. Werf
Piet Klerk
Ruth Keff
Nico Luttik
Afra Swart-Roet
Annie Keff-May
Stien Bergevoet-Jongewaard
Nel Hagemeijer-v. 't Kaar
SOUFFLEUSE:
W. v.d. Loo-Muts
DECORS:
John. H. v.d. Werf
G.W. Bergevoet
D. v.d. Kluft
J. Dirksen
D. Jongejans
RECENSIE
Diverse recensies (April 1965)